Ook afstand is relatief!

Ook afstand is relatief!

De Afdeling heeft op 24 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1481, een voor de praktijk interessante uitspraak gegeven over relativiteit in het natuurbeschermingsrecht. De beroepsgrond strandt op relativiteit bij een afstand van 350 meter tussen de woning en een Natura 2000-gebied.

Relativiteitsvereiste
Het relativiteitsvereiste (artikel 8:69a Algemene wet bestuursrecht (“Awb”) houdt in dat een belanghebbende in beroep bij de bestuursrechter geen beroep kan doen op een norm die kennelijk niet bedoeld is om zijn belang te beschermen. De bestuursrechter moet van vernietiging afzien, indien de geschonden rechtsnorm kennelijk – dat wil zeggen: evident – niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich erop beroept.

Het relativiteitsvereiste is geen ontvankelijkheidsvereiste is, zoals het belanghebbende begrip. Het relativiteitsvereiste gaat pas een rol spelen als een belanghebbende ontvankelijk is verklaard in een bestuursrechtelijk geschil. De bestuursrechter beoordeelt het relativiteitsvereiste ambtshalve. Het relativiteitsvereiste geldt overigens niet in bezwaar (vgl. ook ABRvS 18 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:842). In de bezwaarfase moeten alle bezwaren van belanghebbenden inhoudelijk worden behandeld.

Natura 2000
De bepalingen van de Wet natuurbescherming (hierna: de Wnb) over de beoordeling van projecten en andere handelingen die gevolgen kunnen hebben voor een Natura 2000-gebied, strekken ter bescherming van het behoud van de natuurwaarden in deze gebieden. De individuele belangen van burgers die in of in de onmiddellijke nabijheid van een Natura 2000-gebied wonen bij behoud van een goede kwaliteit van hun directe leefomgeving, kunnen daarmee echter wel verband houden ofwel verweven zijn (zie bijvoorbeeld ABRvS 13 juli 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR1412, en ABRvS 28 augustus 2013, ECLI:NL:RVS:2013:964).

Die verwevenheid wordt blijkens jurisprudentie van de Afdeling alleen aangenomen als de omwonende in het Natura 2000-gebied zelf of op korte afstand van het gebied woont. Bij een te grote afstand oordeelt de Afdeling dat het Natura 2000-gebied geen deel uitmaakt van de directe leefomgeving van de omwonende en dat er geen duidelijke verwevenheid bestaat tussen de individuele belangen van omwonende en het algemene belang dat de Wnb beoogt te beschermen. Precieze afstanden noemt de Afdeling niet altijd. Vaak wordt volstaan met de kwalificatie “woonachtig in de directe nabijheid van een Natura-2000 gebied”.

Tot nu toe strandde het beroep bij een afstand tot een Natura 2000-gebied van:

– circa 800 meter (ABRvS 16 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1308);
– circa 620 meter (ABRvS 13 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1505).

Relativiteit kon eerder niet worden tegenworpen bij een afstand van:

– circa 100-300 meter (ABRvS 11 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2065);
– circa 225 meter (ABRvS 1 april 2015, ECLI:NL:RVS:2015:983);
– circa 500 meter (ABRvS 19 augustus 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2639).

De Afdeling hecht in laatste twee uitspraken doorslaggevende betekenis aan het vrije uitzicht vanaf het betrokken perceel op het Natura 2000-gebied, en de afwezigheid van bebouwing, andere obstakels of wegen tussen perceel en betrokken Natura 2000-gebied.

Uitspraak 24 juni 2020
In de uitspraak van 24 juni 2020 ging het om een woning op 350 meter afstand van het natuurgebied. De Afdeling geeft een concreet toetsingskader om te beoordelen of het betrokken natuurgebied deel uitmaakt van de directe woonomgeving van appellant. De Afdeling overweegt: “Bij de beantwoording van de vraag of een dergelijke verwevenheid kan worden aangenomen, moet onder meer rekening worden gehouden met de situering van de woning van de betrokkene, al dan niet tussen overige bebouwing, met de afstand tussen de woning van betrokkene en het natuurgebied, met hetgeen aanwezig is in het gebied tussen de woning en het Natura 2000-gebied en met het al dan niet bestaande, geheel of gedeeltelijke directe zicht vanuit de woning op het gebied. Indien het Natura 2000-gebied deel uitmaakt van de directe woonomgeving van de betrokkene, is in beginsel sprake van verwevenheid als hiervoor bedoeld.”

Tussen de woning van de betreffende appellant en het Natura 2000-gebied liggen verschillende percelen met daarop bebouwing, een weiland en een watermolen met een horecagelegenheid. Hoewel de Afdeling dit niet met zoveel woorden benoemt, bestaat er kennelijk geen direct zicht op het natuurgebied. Naar het oordeel van de Afdeling was daarom geen sprake van voldoende verwevenheid van de belangen van appellant en de bepalingen uit de Wnb over gebiedsbescherming, waar appellant zich op beroept. De rechtbank heeft de beroepsgrond op grond van artikel 8:69a van de Awb terecht buiten beschouwing gelaten, aldus de Afdeling.

Conclusie
De ene afstand is de andere niet. Afstand is relatief en hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Bij een direct en onbelemmerd zicht kan een 500 meter verderop gelegen natuurgebied behoren tot de directe woon- en leefomgeving van een betrokkene. Andersom geldt dat relativiteit onder omstandigheden ook kan worden tegengeworpen bij een kortere afstand tussen woning en natuurgebied. In deze zaak was 350 meter afstand vanwege de tussenliggende bebouwing en andere obstakels niet voldoende om de relativiteitseis te omzeilen.