Provinciale Beleidsregels intern en extern salderen

Provinciale Beleidsregels intern en extern salderen

Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspaak van de Raad van State (de Afdeling) van 29 mei 2019 zijn op 8 oktober 2019 de provinciale Beleidsregels intern en extern salderen bekend gemaakt die gelden voor alle provincies. In deze beleidsregels is vastgelegd wanneer intern en extern salderen is toegestaan.

Uitspraak 29 mei 2019 in het kort
Uit de uitspraak van de Afdeling volgt dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet als basis voor toestemming voor stikstof uitstotende activiteiten mag worden gebruikt.

PAS is ontstaan omdat het moeilijk bleek te zijn om aan te tonen dat een bepaalde activiteit geen nadelige invloed heeft op Natura 2000-gebieden. Om bouwprojecten makkelijker van de grond te laten komen is op 1 juli 2015 het PAS ontstaan. Het PAS bood aan de ene kant ruimte om activiteiten die stikstof veroorzaken toe te staan. Aan de andere kant bevatte het PAS maatregelen om de nadelige gevolgen van stikstof op Natura 2000-gebieden te verminderen. Via het PAS kon een activiteit worden toegestaan, als bleek dat maatregelen werden getroffen om de nadelige gevolgen van de stikstofuitstoot te verminderen.

In 2017 heeft de Afdeling advies ingewonnen bij het Europese Hof van Justitie met betrekking tot de vraag of het PAS voldoet aan de voorwaarden van de Europese Habitatrichtlijn. Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat de positieve gevolgen van de maatregelen die in het PAS zijn opgenomen, vooraf vast moeten staan. Is dat niet het geval, dan kan een activiteit niet worden toegestaan.

De Afdeling oordeelde vervolgens op 29 mei 2019 dat het PAS niet voldoet aan de eisen die het Europese Hof daaraan heeft gesteld. De verwachte voordelen van de te nemen maatregelen op grond van het PAS stonden in de betreffende zaak niet vast ten tijde van de beoordeling van de aanvraag. Het PAS kan daarom niet als grondslag dienen voor toestemming van activiteiten waarbij stikstof wordt uitgestoten.

Voor projecten waar in het verleden een melding is gedaan op grond van de Wet natuurbescherming, moet sinds de uitspraak van 29 mei 2019 alsnog een vergunning worden aangevraagd indien de stikstofdepositie groter is dan 0,00 mol/ha/jr.

Als voor projecten in het verleden via het PAS-beoordelingskader een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming of Natuurbeschermingswet is verleend, dan zijn die vergunningen onherroepelijk. De uitspraak van 29 mei 2019 heeft voor die projecten geen gevolgen.

Beleidsregels intern en extern salderen
Op basis van de Beleidsregels intern en extern salderen kan een natuurvergunning worden verleend, indien de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden op hexagoonniveau (zeshoekige oppervlakte van één hectare) per saldo niet toeneemt ten opzichte van de referentiesituatie.

In de Beleidsregels wordt de referentiesituatie als volgt omschreven:

‘verleende vigerende en onherroepelijke natuurvergunning, of bij gebrek aan een natuurvergunning een op de 2/16 Europese referentiedatum aanwezige toestemming, met dien verstande dat de laagst vergunde situatie vanaf de referentiedatum geldt.’

Als in het verleden al een natuurvergunning is verleend, dan geldt die vergunning als referentiesituatie. Als nog geen natuurvergunning is verleend, maar wel een vergunning is verleend of melding is gedaan op grond van de Wabo, de Wet milieubeheer of de Hinderwet, dan moet naar de referentiedatum worden gekeken.

De referentiedatum wordt op grond van artikel 4 van de Beleidsregels als volgt vastgesteld:

a. voor gebieden ter uitvoering van de Habitatrichtlijn:
1°. 7 december 2004; of
2°. de datum waarop het desbetreffende gebied door de Europese Commissie tot een gebied van communautair belang is verklaard, voor zover die verklaring heeft plaatsgevonden na 7 december 2004;
b. voor gebieden ter uitvoering van de Vogelrichtlijn:
1°. 10 juni 1994; of
2°. de datum waarop het desbetreffende gebied is aangewezen, voor zover die aanwijzing heeft plaatsgevonden na 10 juni 1994.

Hier treft u een lijst aan met de referentiedata per Natura 2000-gebied.

Indien gebruik wordt gemaakt van intern of extern salderen, dan moet de huidige stikstofdepositie worden beoordeeld ten opzichte van de eerdere natuurvergunning of de referentiedatum. Is het verschil 0,00 mol/ha/jr, dan kan alsnog een natuurvergunning worden verkregen. Is het verschil groter dan 0,00 mol/ha/jr, dan kan een natuurvergunning niet zondermeer worden verkregen. Raadzaam is dan om te beoordelen of mitigerende maatregelen kunnen worden getroffen waarbij de toename van de stikstofdepositie maximaal 0,00 mol/ha/jr is.

Aanvullende voorwaarden voor intern en extern salderen staan in de artikelen 6 en 7 van de Beleidsregels.

Vervolg
De uitspraak van 29 mei 2019 en de Beleidsregels intern en extern salderen leiden tot veel onduidelijkheid en verzet. Een aantal provincies heeft de beleidsregel weer ingetrokken. In de provincie Zuid-Holland gelden de beleidsregels vooralsnog wel.

Uiterlijk 1 december 2019 geven het Rijk en de provincies meer duidelijkheid over de precieze aanpak van het stikstofprobleem.

Wilt u weten of de uitspraak van 29 mei 2019 gevolgen heeft voor uw project? Of heeft u vragen over de Beleidsregels intern en extern salderen? Neem dan contact op met Martijn Fleers.